Op deze pagina staan wij stil bij de verhalen van de  mannen en vrouwen die in de periode 1945-1950 naar het voormalige Ned. Indië moesten.

Verhaal geplaatst 15 april 2024

 

Slagschepen redden Ned. Indie. 

 

Recentelijk hebben wij een grote tekening kunnen toevoegen aan onze collectie. In eerste instantie dachten we dat het een affiche was. Echter bij het uit de lijst halen was duidelijk te zien dat het getekend en geschilderd was, met op de achterzijde de naam van de tekenaar en het jaar van vervaardiging, met de toevoeging 5 B. Een zoektocht was begonnen. Hierbij een verslag van de achtergrond van de maker, met het mogelijke waarom van deze tekening die gemaakt werd door een HBS examen-kandidaat uit Voorburg, 

“slagschepen redden Ned. Indie” 

Het is een duidelijk sprekende voorstelling, met een duidelijk Nationalistisch beeld, met de verbinding met het toenmalig Nederlands-Indië. De tekening is gemaakt op 31 januari 1940. De oorlog in Nederlands was nog niet begonnen, maar de wereld leefde wel in spanning, door de aanval van Duitsland op Polen. In Azië had Japan in 1937 China aangevallen en veroverden een groot deel van het oosten van China. Door deze invasie stelde de VS samen met Nederlands-Indië een olieboycot in tegen Japan, dat in hun ogen een agressor was. Japan kwam hierdoor in een economisch moeilijke situatie terecht. Wellicht had de jonge tekenaar een vooruitziende blik ten aanzien van de Japanse Aanval in 1942 of maakte hij zich zorgen over het mogelijk uiteenvallen van de Nederlandse Rijkseenheid. 

De voorstelling is een groot en imposant Slagschip in de kleur Oranje, met het wapen van Batavia rechts onder de tekst. Onderin is een banier te zien van de Nederlandse Leeuw met de kleuren van de Prinsenvlag, oranje-blanje-bleu. 

We kennen de historie van deze vlag in de voorgaande eeuwen, maar ook in de aanloop naar en in de Tweede Wereldoorlog. In de loop van de late jaren 1930 maakte de NSB zich sterk voor de Prinsenvlag als de Nederlandse vlag. Eerder zag de NSB de prinsenvlag als gelijkwaardig aan de statenvlag met de rode baan. 

Maar wie was nou de jonge tekenaar en in welke context werd deze tekening gemaakt. Voor de lezer, het is voor een deel interpretatie, maar voornamelijk geschreven op feiten via archief onderzoek. Niet om iemand te kwetsen of om in een kwaad daglicht te zetten. Het gaat om de geschiedenis van een bijzonder fraaie tekening en de achterliggende gedachte, van het Nationalisme wat in deze beschreven jaren sterk aanwezig was in Nederland. 

Johannes van Duijneveldt geboren op 25 mei 1920 te Den Haag, was woonachtig op het adres Prinses Mariannelaan 201 te Voorburg. Hij was een zoon van Gerardus Johannes van Duijneveldt (1888) en Jenneke Mondt (1895). 

 

Vader Gerardus Johannes was hoofdambtenaar bij de Raad van Arbeid. Op 2 december 1911 vertrekt hij met het schip ss. Ophir naar Nederlands-Indië. Hij is daar dan werkzaam geweest bij de P.T.T. in Nederlands-Indië en was daar belast met het toezicht op het telegraafverkeer in de verschillende grenskantoren. 

Vader van Duijneveldt werd later voorzitter van het Verbond voor Nationaal Herstel afdeling Voorburg (1935). Het Verbond voor Nationaal Herstel (VNH), opgericht in 1933, was een autoritaire, rechtse Nederlandse partij, geleid door enkele hoge militairen en hoge ambtenaren. De partij werd later overvleugeld door de N.S.B. Het Verbond voor Nationaal Herstel werd opgericht in 1933 als een 'zuiver Nederlandsche beweging' die zich 'boven elke huidige partijformatie verheft’ met een grote aanhang in Den Haag. 

We mogen wel stellen dat Johannes van Duijneveldt opgroeit in een uiterst rechts gezinsmilieu. Dit moet hem dan ook gevormd hebben. 

Voor de Gemeenteraadverkiezingen van 1935 stond vader van Duijneveldt op nummer 1 van de kandidatenlijst van Voorburg. Het was voor het Nationaal Herstel een succesvolle verkiezing en de partij kreeg 3 zetels in de gemeenteraad. We zien in de verschillende verslagen van de gemeenteraad dat het Nationaal Herstel duidelijk aanwezig is in de raad. Op 24 juni 1936 loopt de Raadsvergadering zelfs volledig uit de hand. Dit naar aanleiding van correcties die van Duijneveldt heeft gemaakt in het concept-verslag van 6 mei 1936. Waarmee een ander beeld werd geschetst dan volgens de andere partijen daadwerkelijke had plaatsgevonden. Men eist verontschuldigingen van de partij Nationaal Herstel, echter de partij het Nationaal Herstel spreekt zelfs over misleiding van het college van Gedeputeerde Staten. De vergadering ontspoorde en het werd van kwaad tot erger….

Raadslid van Borrendam (S.D.A.P) roept zelfs op enig moment; “laten we die heeren toch dood verklaren”. Uiteindelijk komt er een voorstel om het verslag met verschillende wijziging te herdrukken, dit voorstel werd aangenomen met alleen de stemmen van het Nationaal Herstel, en dus ook de heer van Duijneveldt tegen. 

Voor de Tweede Kamer Verkiezingen van 1937 staat van Duijneveldt op de kandidatenlijst voor het Nationaal Herstel op plaats 11. Echter er zijn te weinig stemmen voor een Kamerzetel voor van Duijneveldt. 

In de verslagen van raadvergaderingen zien we steeds weer terug dat van Duijneveldt botst met de andere partijen. 

Uiteindelijk stapt van Duijneveldt in december 1937 uit de gemeenteraad van Voorburg, dit omdat het lidmaatschap van de Nationale Ambtenarenbond niet verenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad.  

In mei 1938 krijgt van Duijneveldt de aanstelling als Voorzitter van de Nationale Ambtenarenbond. 

In een krantenartikel van 8 juni 1938 krijgt de Nationale Ambtenarenbond de omschrijving van een “Nazi-Planeet”, de bond krijgt de vergelijking met de Nationale Werknemersvereeniging (onder leiding van kamerlid en NSB voorman Woudenberg) en de Nationale Jeugdstorm (onder leiding van vooraanstaand NSB’er van Geelkerken). In een ingezonden brief van Voorzitter van Duijneveldt verweert hij zich tegen het vergelijk met de genoemde verengingen en de N.S.B. De toevoeging “Nationaal” zou dan verschillende andere verenigingen in verbinding brengen met de N.S.B. alleen al door het woord Nationaal. 

Maar hoe vergaat het de jonge van Duijneveldt, hij is inmiddels net 18 jaar geworden en reist af naar Nijmegen voor de Nijmeegse Vierdaagse. Hij liep de Nijmeegse Vierdaagse op 1938 met de N.J.V. Wacht van het Nationaal Jongeren Verbond. Het Nationaal Jongeren Verbond was een in 1927 opgerichte jeugdorganisatie die tot doel had ‘de Nederlandse jongeren de nationale gedachte bij te brengen’ en was tegen ‘alle stromingen, welke door eenzijdige ontwapening de weermacht ontijdig trachten af te breken’. De NVJ werd op 6 juli 1940, na manifestaties van trouw aan het Koningshuis op Anjerdag, 29 juni 1940, door de Duitse bezetter verboden. De naam van Johannes van Duijnveldt zien we terug op de inschrijvingslijsten van de Nijmeegse Vierdaagse. 

In juli 1940 slaagt Johannes voor het examen van de H.B.S. (Vijfjarig) op de bekende Tijmstra Scholen te Den Haag. Daar komen we weer op het spoor van de tekening. De tekening gemaakt door Johannes is gemaakt op 31 januari 1940, en zal naar verwachting een soort van examen stuk zijn geweest in zijn examen jaar. De verwijzing van 5 B moet dan ook verwijzen naar klas 5 B van de H.B.S. In september 1941 verhuist Johannes van Voorburg naar Deventer. Dan zijn we Johannes een paar jaar kwijt, de oorlog is in volle gang, en dan duikt hij op in de krant van ‘Het Rechtsfront”. 

Op 1 juni 1943 staat in de leden administratie van de krant “Het Rechtsfront” een oproep voor J. van Duijneveldt, dan woonachtig te Apeldoorn, Politie Officiersschool, Zwolscheweg 230. Het Rechtsfront was bedoeld als organisatie van allen die op enigerlei wijze in dienst stonden van de handhaving van het recht in de Nederlandse staat. Het Front bestond uit de afdelingen Justitie, politie en de afdelingen voor vrije beroepen als advocaten en notarissen. Men kon lid zijn van het Rechtsfront zonder lid te zijn van de N.S.B., men moest echter wel bezield zijn met de Nationaal Socialistische gedachte.

Johannes neemt dienst bij het Politie-opleidingsbataljon Schalkhaar (Deventer) De cadetten van het politie-opleidingsbataljon kregen een strakke militaristische opleiding, helemaal volgens het Duitse model. De Schalkhaar-politie werd berucht, omdat er onder hen veel handlangers waren van de Duitsers. Ze werden de ´Schalkhaarders´ genoemd en deden driftig mee met het opsporen van verzetsmensen en Joden.

In een publicatie van het Zuiveringsbesluit in de Staatscourant van 22 februari 1946 staat de naam van Johannes van Duijneveldt (1920) van het Politie-Opleidingsbataljon. 

Onze zoektocht gaat verder… maar hoe een vermoedelijk affiche, een prachtige tekening blijkt met daarachter een heel verhaal van een jongeman die opgroeit in een sterk nationalistische context. 

 

 

13 juni 2023

EEN INDRUKWEKKENDE GESCHIEDENIS VAN VADER EN VERZETSHELD AUKE HELDER EN ZIJN ZOON JAN HELDER DIE DIENDE IN NEDERLANDS-INDIË, EN EEN GEVECHTSWAGEN MET DE NAAM MEPPEL !!

In het Friesch Dagblad van 16 juli 1945 zien wij een advertentie staan met het bericht van het overlijden van Auke Helder, 48 jaar oud en overleden midden mei in een ziekenhuis te Regensburg, Duitsland. Het adres wat is aangegeven is Emmastraat 65 te Meppel. Dit adres zien we later ook terug bij de terugkomst van Luitenant J. Helder. In de advertentie zien we dan ook drie namen, Jan, Jakob en Pieter Helder en de naam van echtgenote en moeder Aaltje Helder – Landstra.

Auke Helder, was houthandelaar en lid van het verzet. Hij ligt begraven op het Nederlands Ereveld te Frankfurt. In het boek ‘Het Grote Gebod, Gedenkboek van het verzet in LO en LKP’ vinden wij een foto van Auke Helder. Deze foto hebben wij toegevoegd aan het dossier van Auke Helder van de Oorlogsgravenstichting, daar deze nog ontbrak. Zo heeft de vader van Jan Helder, ook daar weer een gezicht gekregen. Deze foto voegen we ook toe aan dit bericht. Auke Helder is op 25 mei 1944 gearresteerd in Meppel en werd hij overgebracht naar Kamp Amersfoort, waar hij tot 18 juli 1944 verbleef. Daarna is Auke overgebracht naar het concentratiekamp Buchenwald. Na de bevrijding sterft Auke in het ziekenhuis te Regensburg ten gevolgde van de ontberingen tijdens de bekende dodenmarsen.

We hebben de hand weten te leggen op 2 publicaties waarin Meppelen mannen genoemd staan die opgepakt zijn in mei 1944. De meesten gingen naar Kamp Amersfoort en vervolgens naar KZ Buchenwald. Zo ook Auke Helder.

Foto Auke Helder

Hoe gaat het dan verder met Jan Helder ?...

2e Luitenant Jan Helder, geboren op 8 januari 1923 te Groningen maakte onderdeel uit van 5e Eskadron Pantserwagens Commandogroep. Op 20 februari 1947 vertrok hij met de Kota Inten naar Nederlands-Indië vanuit Rotterdam. Via Southampton, aankomst 22 februari 1947 en Padang, aankomst 22 maart 1947 kwam hij uiteindelijk op 28 maart 1947 aan in Tandjong Priok.

In 2018 hadden we al bijgaande foto’s gevonden in het archief met bijbehorende tekst;

22 december 1948 Pantsertruck “Meppel”

2 prachtige foto’s; de trucks hadden namen zoals Jordaan, Mokum, maar dus ook Meppel.

Het betreft hier de Opmars uit de sector Padang in de richting van de "Anai-kloof": Een colonne aangevoerd door de de pantsertruck "Meppel". Aan de zijkant van de weg infanteristen.

pantserwagen type C15TA Armoured Truck of Otter Light Reconnaissance Car van het 5e Eskadron Pantserwagens

Een militair aait een baviaan die op de motorkap zit. Ook hier de pantsertruck “Meppel”

Nu we weten dat Luitenant Helder uit Meppel, onderdeel uit maakte van het 5e Eskadron Pantserwagens, kunnen we ook de naam van de pantsertruck “Meppel” verklaren.Op 3 mei 1949 vertrok Helder met het schip de Volendam weer naar Nederland, om daar op 1 juni 1949 aan te komen in Rotterdam. Zijn woonadres was toen Emmastraat 65 te Meppel.Jan Helder trouwde op 18 maart 1955 met Petronella Meinen, geboren op 27 januari 1931 te Meppel. In het onderzoek zien we dat Jan Helder en zijn echtgenote in 1971 woonachtig waren in Hoogeveen op het adres Berkenlaan 8.

In Juni 1970 gaat Jan Helder en zijn vrouw nog een keer op zoek naar zijn vader Auke Helder die op een ereveld bij Frankfurt ligt.  Een reis georganiseer door de Oorlogsgraven-stichting. Het maakt een bijzondere indruk op Jan en zijn vrouw getuige de dank brief die naar de Oorlogsgravenstichting is gestuurd.

 

 

 

 

20 juli 2022

Vandaag staan wij stil bij het verhaal van Frens Drogt. Frens is geboren op 13 oktober 1923 in Meppel. Frens is een van de eerste oorlogsvrijwilligers die zich in de nadagen van WO2 aanmelden om dienst te doen bij de Mariniers (Brigade). Op 28 juni 1945 gaat hij een vrijwillige verbintenis aan en op 8 juli 1945 begint zijn opleiding in Kamp Roseneath in Schotland. De bedoeling van Defensie was om de jongens via USA naar het voormalige Ned. Indië te sturen. Frens komt op 12 augustus 1945 aan in Kamp Lejeune in de staat North Carolina. In kamp Lejeune krijgt hij zijn opleiding en wordt geplaatst bij 3e Infanterie Groep Compagnie F. 

Frens vertrekt op 11 december 1945 met de MS Bloemfontein naar Ned. Indië. Door politieke beslissingen mochten de mariniers nog niet aan land, maar werden ze opgehouden in Malakka. 

Hij komt pas op 10 maart 1946 aan in Soerabaja. Het is een heftige tijd voor Frens. Hij moet regelmatig in actie komen in Oost-Java tijdens de eerste Politionele acties. 263 mariniers sneuvelen. Volgens de staat van dienst doet hij mee aan 195 actieve gevechtspatrouilles in de periode  maart 1945 -  januari 1948. Hij vertrekt op 28 februari 1948 met de ss Groote Beer terug naar Nederland waar hij op 1 juni 1948 met groot verlof gaat. 

In samenwerking met Roel Rijks van het Comité Ereschuld Onderscheidingen wordt er in juni 2021 een aanvraag ingediend bij Defensie voor een postume verlening van het Ereteken Orde en Vrede. Deze wordt kort daarna ook toegekend. Door corona moest de formele uitreiking uitgesteld worden tot februari 2022. Zijn zoon, Marten Drogt,  heeft in de Mariniers Kazerne te Rotterdam postuum het Ereteken ontvange.

 

Frens Drogt heeft een bewogen tijd meegemaakt als oorlogsvrijwilliger in het voormalige Ned. Indië. 195 actieve gevechtspatrouilles en het verlies van veel collega's en vrienden heeft ook hem getekend. 

Frens komt te overlijden in Hoogeveen op 18 october 1982. 

 

4 februari 2022

Vandaag staan wij stil bij het verhaal van Jozeph David Paul Wolff.

Jozeph David Paul Wolff is geboren op 24 september 1915 in Meppel. Zoon van Jozeph Wolff, koopman en Frederika Jacoba Langeveld. De familie Wolff woonde op de Parklaan 22 bij het Wilhelminapark. Op 4 augustus 1942 werd het bedrijf van de familie Wolff onder een Duitse bewindvoerder geplaatst, Richard Becker. Op 18 februari 1943 werd het bedrijf geliquideerd en schreef Becker aan de Kamer van Koophandel: ‘[…] De Firma Wolff & Zn. im Handelsregister zu streichen und mir hierüber eine Bescheinigung zu übersenden.’ Toen Drenthe Judenfrei gemaakt moest worden, dreigde toch nog deportatie. In een Fragenbogen zur Judenerfassung kwam dan ook te staan dat er wat de heer Wolff senior betreft geen reden was om hem een vrijstelling van deportatie uit Drenthe te verlenen. Beide kinderen van het echtpaar Wolff waren destijds arts in Amsterdam en via hun relaties binnen het verzet kon worden bewerkstelligd dat hun vader werd vrijgesteld en op 28 april 1944 werd entsternt. Wel moest daarvan op zijn persoonsbewijs een aantekening gemaakt worden: ‘Op de persoonskaart in het vak 6) wordt achter de aanduiding J een * geplaatst, hetgeen betekent: ontheffing Jodenster.’
Maar het gevaar was nog niet geheel geweken. Vlak voor het einde van de oorlog kreeg de heer Wolff senior nog een oproep, waaraan toen echter geen gevolg meer werd gegeven. Eveneens aan het einde van de oorlog werd de familie Wolff nog te kennen gegeven dat ze hun huis dienden te verlaten, omdat het gevorderd was ten behoeve van de NSDAP. 
Jozeph Wolff en zijn vrouw Frederika bleven na de oorlog in hun huis in het Wilhelminapark wonen. Jozeph Wolff overleed in 1969, zijn vrouw in 1971.

Het gezin heeft gelukkig de oorlog kunnen overleven

Meer informatie over de familie Wolff is te vinden op www.joodsmonument.nl 

Oud Indiëganger Jozeph David Paul is -zoals hierboven genoemd- in de oorlog arts in Amsterdam. Na de oorlog vertrekt hij  op 3 september 1946 vanaf de Parklaan 22 als kwartiermaker en in de rang van Reserve Officier van Gezondheid met de Klipfontein naar Ned. Indië. Op 27 september arriveerde hij daar in Tandjong Priok. Het eerste half jaar bleven de troepen waarbij dokter Wolff was ingedeeld in Batavia, daarna werden zij verplaatst naar Tjiandjoer, gelegen ongeveer tussen Batavia en Bandoeng. Een viertal maanden later, in juli 1947, vond de politionele actie plaats. Dokter Wolff vergezelde toen de troepen als Officier van Gezondheid. Eerst naar Soekaboemi en vervolgens naar Cheribon en tenslotte naar Tasikmalaja waar zijn onderdeel voor vast werd gestationeerd.

In het verre Ned. Indië laat hij een ruige baard staan. (links op de foto)

Hij kwam terug met de Tabinta, waarbij hij vertrok op 13 november 1948 uit Tandjong Priok, en uiteindelijk op 9 december 1948, om 16.00 uur aankwam in Amsterdam, het schip meerde aan aan de Sumatrakade. Namens de minister van Oorlog werden de troepen welkom geheten door Kolonel J.R.H. Lagas. Het trompetterkorps van het depot pantserwagens uit Amersfoort musiceerde tijdens de ontscheping die anderhalf uur duurde.
Aan boord waren 372 militairen en mariniers, het waren voornamelijk afgekeurden en herstellende gewonden uit alle legeronderdelen.
Jozeph is overleden op 29 januari 2011 te Bloemendaal. Hij was getrouwd met Paulina Wolff – Nunnikhoven (22 november 1920 – 29 december 2013)

 

(foto's in dit verhaal zijn ons geschonken door zijn zoon: Joop Wolff)

 

8 december 2021

Oud Indiëganger Christiaan Jacobus Bus is geboren op 31 januari 1923 in Meppel. Christiaan is in WO2 actief in de Knokploeg Staphorst. Voor de moedige acties tijdens deze periode krijgt hij het Verzetsherdenkingskruis uitgereikt. Direct na de bevrijding meldt hij zich  als oorlogsvrijwilliger en wordt geplaatst bij het 1e bataljon 11 regiment infanterie. Bijnaam van het Bataljon is "Margriet". Christiaan vertrekt vanaf de Werkhorst 145 naar Harderwijk waar het Regiment zijn opleiding krijgt. 

(bron: www.indie-1945-1950.nl )

Via Engeland, waar het regiment werd voorzien van de noodzakelijke uitrusting, vertrok het naar Indië. Daar de bevelhebber van het South East Asia Command (SEAC), de admiraal Mountbatten, vanaf 2 november 1945 een landingsverbod op Java en Sumatra voor Nederlandse troepen had ingesteld werd er uitgeweken naar Malakka. Dit verbod is in maart 1946 opgeheven. Op 26 januari 1946 werd het bataljon ingedeeld bij de U-Brigade. Na aankomst te Batavia werd het bataljon ingezet bij het bewaken van het havengebied, het eiland 'Onrust', het vliegveld Tjililitan en nog enkele andere objecten. Op 4 mei werd het bataljon ingedeeld bij de W-Brigade en belast met de beveiliging van west Batavia.

Op 19 mei werd er een zuivering gehouden bij Pesing om acht vermiste kameraden op te sporen. Er bleek slechts één overlevende te zijn. Op 28 mei bezette het bataljon Tangerang. In juni kreeg de W-Brigade de taak om een deel van de weg Buitenzorg Bandoeng te beveiligen. Het bataljon zou als Brigade reserve gelegerd worden in Tjiandjoer. Nadat Tjiandjoer was bezet zuiverde het bataljon de omgeving en had het detachementen te, Sarampat, Pasir Hajam, Tjilakoe en Tjibeber. Uiteindelijk werd deze actieperiode afgesloten met de bezetting van Gekbrong op 2 augustus. Tegen het einde van het jaar nam de onrust weer toe en vonden er in december twee grote zuiveringsacties plaats.

Tijdens de 1e politionele actie, op 21 juli 1947, trok het bataljon vanuit Lembang door de Tjiaterpas op naar Segalherang en Djalantaga. Via Soebang, Pegaden, Tjikoeja ging het door naar Indramajoe. Op 26 juli werd het bataljon overgebracht naar Cheribon. Via Tegal en Pekalongan kwam het aan in Batang en Weleri. Op 2 augustus bereikte het bataljon Semarang. Op 11 september werd het bataljon verplaatst naar Cheribon voor acties rond Koeningan. Ook werd het bataljon ingezet in het gebied rond Tasikmalaja en Tjiamis. Vanaf eind oktober nam het bataljon deel aan zuiveringen ten zuiden van de lijn Garoet-Tasikmalaja-Bandjar en bezette onder andere Tjikatomas. In november werd het weer gelegerd in de sector Tjiamis. Als gevolg van de toenemende onrust werd er van 13 tot 18 april 1948 samen met onder andere 1-4 RI en het KST in dit gebied een grote zuiveringsactie gevoerd. Op 22 april vertrok het bataljon naar Koeningan in afwachting van de repatriëring.      

Christiaan verliest tijdens al deze acties 33 van zijn maten. Hij komt in juni 1948 met de    Waterman aan in Rotterdam. Hij is dan inmiddels sergeant. Christiaan heeft uit zijn periode een indrukwekkend fotoboek samengesteld. Het fotoboek is nu in het bezit van de familie.

                                                      

Christiaan krijgt voor zijn moedig optreden en zijn vele acties in het voormalige Nederlands-Indië het Ereteken Orde en Vrede met de gespen 1946, 1947 en 1948. 

Christiaan overlijdt op 90 jarige leeftijd op 21 december 2014.

 

24 september 2021

Oud Indiëganger Johannes (Jan) de Zwaan is geboren op 30 oktober 1917 in Den Haag. Jan is voor WO2, in de jaren 1937/1938, al actief als dienstplichtig militair. Jan is wachtmeester als hij met groot verlof gaat, maar de oorlog gooit roet in het eten en hij wordt in 1940 opnieuw opgeroepen om het land te dienen.

Op 18 december 1940 treed Jan in dienst bij de gemeentepolitie van Meppel.

Op 23 september 1946 wordt hij weer opgeroepen voor het leger om te worden uitgezonden naar Nederlands Indië. 

Jan moet ‘opkomen’ in Oldebroek bij de artillerieschool.
Op 25 april 1947 scheept hij in voor vertrek per boot naar Nederlands Indië. Hij heeft dan de rang van wachtmeester. De reis wordt gemaakt met de Boissevain. Aankomst 21 mei 1947 in de haven van Tandjong Priok op Java.
Hij is waarschijnlijk ingedeeld ingedeeld bij de Palmboomdivisie.
Op 29 mei 1947 wordt hij bij beschikking van de Minister van Oorlog (Alexander Fiévez), bevorderd tot opperwachtmeester met terugwerkende kracht per 1 mei 1947.
Op 11 juni 1947 wordt hij ingedeeld bij de militaire luchtvaartpolitie als commandant basispolitie van de 3e klasse vliegbasis Biak, met als nevenfunctie waarnemend veiligheidsofficier.
Hij verricht in Biak tevens recherchewerkzaamheden, dit op verzoek van het hoofd plaatselijk bestuur J.V. de Bruijn.

Op 25 april 1948 volgt overplaatsing naar de 1e klasse vliegbasis 11 te Medan (Sumatra) als commandant van de vliegbasispolitie en tevens veiligheidsofficier. Met ingang van 1 februari 1949 wordt hij bevorderd tot dienstplichtig Adjudant Onderofficier.

Op 17 februari 1949 volgt overplaatsing naar de 1e klasse vliegbasis 16 Kalidjati (iets ten noorden van Bandoeng op West-Java), waar hij het commando over de luchtmachtpolitie van Kalidjati overneemt van 1e luitenant vliegerwaarnemer A. Berg. Dit vliegveld is tevens opleidingsbasis van de luchtmacht. Hij heeft het commando over zestig man vliegbasis politie en tien man veiligheids- en inlichtingendienst. Door de resident van Krawang te Poerwarlarta wordt hij beëdigd als onbezoldigd politieambtenaar met onbeperkte politiebevoegdheid in de residentie Krawang.

 

Het eiland Java met linksboven het gebied Krawang.

Op 1 november 1949 zit zijn tijd in Nederlands Indië er op en scheept hij in op het troepentransportschip Johan van Oldenbarnevelt. Na ruim een maand varen komt het schip op 8 december aan in Amsterdam.

Op 18 januari 1950 wordt hij gedemobiliseerd en gaat weer werken als politieagent in Meppel.

Uit de Meppeler Courant van 2 december 1949

Johannes overlijdt op jonge leeftijd, 73 jaar oud, op 22 juli 1991 In Meppel. 

Johannes de Zwaan is ook nog voorzitter geweest van de afdeling Meppel van de Bond van Oud Indiëgangers. 

Onze dank gaat uit naar zijn zoon Hans de Zwaan die ons de benodigde informatie heeft verschaft.

 

7 september 2021

Johannes Spraakman 7 september 1927 - 5 oktober 2015

Vandaag, 7 september zou de verjaardag zijn geweest van Joop (Johannes) Spraakman. 94 jaar jaar !

 

Dit is het verhaal van de patrouille waar hij gewond raakte.

Situatie rapport van Kapitein der Mariniers T. Jonkman, 4e infanterie Bataljon, Mariniers Brigade, en aanvullend medisch rapport van arts J. Th. H. Grond.

Voorpost Bermi: Patrouille naar Kalimanggoe (Java), 30 april 1948.

Patrouille groep (geweergroep) bestond uit mariniers (U-inco), leden van de veiligheidsdienst Mariniers Brigade (VDMB), met Employee Speciale Diensten (ESD)

De groep vertrok om 16.00 uur, richting Soemberkapoeng. Bij Kalimanggoe werd een huis omsingeld. Bendeleden hadden zich verschanst bij een huis. Het huis werd onder vuur genomen, waarop er een handgranaat uit het huis werd geworpen. Door de ontploffing werden velen van de groep gewond;

Van de U-inco:

Sergeant M. Verbakel

Marinier III J. Suur

Marinier III J.H. Evers

Marinier III J. Spraakman

van de V.D.M.B:

Korporaal J. Wolters

Marinier II Christerus 

ESD Lady

ESD Moh. Djaimoedin

ESD Achmadbinsahin

Laatstgenoemde werd ernstig gewond afgevoerd naar Djatiroto. Het huis werd in brand gestoken, hierop werden zware ontploffingen waargenomen, vermoedelijk door de aanwezige landmijnen.

6 bende leden werden gedood waaronder waarschijnlijk de leider Wagimin. Hierop werd een versterkingspatrouille gezonden naar Kalimanggoe, met ziekenverplegers, gezien de vele gewonden. De gewonden werden met zelfgemaakte brancards door de bergen naar de weg gebracht. Alwaar ze met ambulances naar het veldhospitaal B in Djatiroto werden gebracht.

Marinier III J. Spraakman was op meerdere plaatsen geraakt door granaatscherven, waardoor een verlamming was ontstaan aan de rechterzijde. Na bijna 3 weken verblijf in het hospitaal en behandeling door de arts J. Th. H. Grond werden uiteindelijk splinters aangetroffen in de rug, bil en achterzijde rechterbovenbeen, linkeronderbeen en rechterkuit. Bij een thoraxfoto werd er een splinter zichtbaar in de thoraxwand. Bij een punctie in de long werd 1 liter vocht verwijderd.

Op 19 mei keerde J. Spraakman weer terug naar zijn eenheid op de voorpost. De commandant was toen Luitenant Middelhof.

 

J. Spraakman in het hospitaal, helaas naam 2e persoon niet bekend.

Op 26 november 1992 ontving J. Spraakman uit handen van Prins Bernard het Draaginsigne Gewonden tijdens een plechtigheid in het Bondsbureau van de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers te Doorn.

 

1 september 2021

Vandaag vertellen wij het  verhaal van Reindert Boersma

Reindert Boersma is geboren op 15 april 1924 in Meppel. Na de tweede wereldoorlog wil de Nederlandse regering orde op zaken stellen in het onrustige Nederlands Indië en roept jonge mannen op om oorlogsvrijwilliger te worden. Reindert neemt deze stap en wordt op 15 juli 1946 als huzaar ingedeeld  bij het 5e eskadron pantserwagens van het regiment Huzaren van Boreel.

Reindert vertrekt op 15 januari 1947 naar Southampton en vandaar gaat hij met de Kota Inten op 24 februari 1947 richting het voormalige Ned. Indië. Hij komt samen met zijn eskadron op 28 maart 1947 aan in de haven stad Tandjong Priok. Tandjong Priok is de belangrijkste havenstad van Batavia (Jakarta). Reindert wordt gelegerd in Padang op het eiland Sumatra. Er wordt in de omgeving van Padang en in geheel west Sumatra stevig gevochten. Reindert raakt in 1949 gewond. In de brief gedateerd 16 februari 1949 maakt de Burgemeester van Meppel melding dat Reindert gewond is geraakt door granaat scherven aan zijn knie en boven zijn rechteroog. Echter op de foto staat hij met zijn arm in een mitella. 

Reindert heeft een relatieve lange tijd in Ned. Indië doorgebracht en heeft in die jaren veel gevechten activiteiten meegemaakt. Op 24 december 1949 besluit de minister van Defensie hem het ereteken voor Orde en Vrede toe te kennen. In dit geval met de gespen 1947-1948-1949. De gespen betekent dat hij in al die jaren actief heeft meegedaan aan gevechtshandelingen.

Hij komt na een verblijf van ongeveer 3 jaar op 22 maart 1950 met de ss Volendam weer terug in Nederland. 

Hij krijgt bij thuiskomst een herinnerings certificaat van d vereniging Band Ned. Indië afdeling Meppel en omstreken.

Reindert Boersma is een van de vele duizenden jonge mannen die als oorlogsvrijwilliger naar het voormalige Ned. Indië werden gestuurd. 3 jaar lang heeft hij op Sumatra en op  andere plekken in de voormalige kolonie voor zijn leven moeten vechten. 

Reindert komt in september 1993 te overlijden. 

Met heel veel respect is dit het verhaal wat wij kennen van Reindert Boersma.